Belastingplan 2023

Centrale thema voor 2023
koopkracht!

Tarieven

Inkomstenbelasting

Box 1

Algemeen
Daling tarief eerste schijf van 37,07% naar 36,93% tot een inkomen van € 73.031,00
Over het meerdere blijft het tarief 49,5%.

Bereikt u in 2023 de AOW-leeftijd van 66 jaar en 10 maanden, dan betaalt u in box 1 over de 1e schijf een aangepast belastingtarief.

Heeft u voor 2023 de AOW-leeftijd bereikt dan betaalt u in de eerste schijf (tot € 38.703,00)  19,03% van € 38.703 tot € 73.031 36,93% en daarboven 49,50%

Tariefcorrectie:  het tarief voor diverse aftrekposten wordt in 2023 verder verlaagd tot 37% (was 40% in 2022)

Art. 2.10 lid 2 wet IB 2001 reeds eerder ingegaan. Het tarief zal in 2023 verder verlaagd worden tot ongeveer 37% (eerste schijf) en heeft betrekking op de volgende aftrekposten:

  • Persoonsgebonden aftrek
  • Ondernemersaftrek
  • MKB-winstvrijstelling
  • TBS-vrijstelling
  • Geldt niet voor FOR-lijfrente en AOV-premieaftrek.

Tip!  Aftrekposten waarvoor een drempel geldt, zoveel mogelijk in een jaar onderbrengen, bv giften.  

Box 2  (aanmerkelijk belang)

Indien u (eventueel samen met uw fiscale partner) een aanmerkelijk belang* heeft in een vennootschap of coöperatie, en u heeft hiervan een voordeel** dan betaalt u over het voordeel belasting.

Voor 2023 blijft het tarief ongewijzigd namelijk 26,9%

*aanmerkelijk belang

  •  direct of indirect (eventueel samen met uw fiscale partner) minimaal 5% van de aandelen (ook per soort)  in een binnen- of buitenlandse vennootschap
  • winstbewijzen van een binnen- of buitenlandse vennootschap
  • genotsrechten (ook per soort) van de winstbewijzen of de aandelen
  • stemrecht in een coöperatie of vereniging op coöperatieve grondslag
  • opties(eventueel samen met uw fiscale partner) om minimaal 5% van de aandelen (ook per soort) te verwerven in een binnen- of buitenlandse vennootschap
  • bewijs van deelgerechtigdheid in een open fonds voor gemene rekening is ook een aandeel in een vennootschap.

**voordeel

  • regulier voordeel zoals dividend
  • vervreemdingsvoordelen zoals verkoopwinst op aandelen

Per 2024 krijgt box 2 twee schijven.

  • De eerste schijf, tarief 24,5% tot ¼ 67.000,00
  • Over het meerdere 31%

De nieuwe tarieven zijn ook van belang voor de gevolgen van het  “wet excessief lenen bij de eigen vennootschap”. Daarbij wordt in beginsel het lenen bij de eigen bv boven een bedrag van € 700.00,00 vanaf 2023 belast als inkomen uit aanmerkelijk belang.

Tip! Bent u van plan om een dividenduitkering te doen? Dan is het tarief van belang voor de keuze in welk jaar.   

Box 3

In een overbruggingswet wordt voor de jaren 2023, 2024 en 2025 bepaald dat het bestaande box 3 stelsel wordt vervangen door een box 3 heffing die op de forfaitaire spaarvariant is gebaseerd.

Deze variant biedt compensatie voor de box 3 heffing over de spaarrente. 

Voorlopige percentages 2022

  • Spaargeld: 0,01%
  • Beleggingen/andere bezittingen: 5,53%
  • Schulden: 2,46%

Deze percentages staan nog niet vast. Ze kunnen dus nog veranderen. Uiterlijk 28 februari 2023 zijn de definitieve cijfers bekend. 

Vanaf 2026 moet de box 3 heffing een vermogensaanwasbelasting worden, de waardeontwikkelingen van de vermogensbestanddelen worden in de heffing betrokken. Hoe dit vormt gaat krijgen is nu nog niet bekend.

Het tarief van box 3 gaat de komende jaren stapsgewijs omhoog met 1%.
In 2023  tarief is 32%, voor 2024  33% en tenslotte in 2025 34%.

Het heffingsvrij vermogen voor 2023 is € 57.000,00  voor gehuwden/partners € 114.000,00

Tip!  De heffing over bank- en spaartegoeden is als gevolg van het “Kerstarrest” (Hoge Raad 24 december 2021)  bijna nul.
Beleggingen, vorderingen en andere vermogensbestanddelen daarentegen worden met een forse rendementsgrondslag belast.

Heffingskortingen

Algemene heffingskorting

Verhoging van de algemene heffingskorting  naar € 3.070,00  (tot € 22.661)

Vanaf een box 1 inkomen van  € 22.661,00 begint de afbouw: 6.095% x (belastbaar inkomen uit werk en woning - € 22.660)
Vanaf € 73.031,00 is de algemene heffingskorting € 0,00

U bereikt in 2023 de AOW-leeftijd
Als u in 2023 de AOW-leeftijd bereikt, hebt u te maken met een aangepast belastingtarief. Dit beïnvloedt ook uw algemene heffingskorting in 2023

U hebt in 2023 het hele jaar de AOW-leeftijd

Tabel: algemene heffingskorting: in 2023 het hele jaar de AOW-leeftijd

Belastbaar inkomen uit werk en woning

Algemene heffingskorting *

tot € 22.661

€ 1.583

vanaf € 22.661 tot € 73.031

€ 1.583 - 3,141% x (belastbaar inkomen uit werk en woning - € 22.660)

vanaf € 73.031

€ 0

Vanaf 2025  zal bij de afbouw van deze heffingskorting ook rekening gehouden worden met het inkomen in box 2 (aanmerkelijk belang) en box 3 (vermogen)

Arbeidskorting

Verhoging van de arbeidskorting voor de laagste inkomens
Hoogte arbeidskorting
De hoogte van de arbeidskorting hangt af van uw leeftijd en van de hoogte van uw arbeidsinkomen. Max. € 37.626 in 2023.

Afbouw uitbetaling arbeidskorting
Vanaf 2023 vervalt de uitbetaling van de arbeidskorting aan de minstverdienende partner.
Tot 2023 geldt dat wij de arbeidskorting uitbetalen als u voldoet aan de volgende 2 voorwaarden:
U betaalt weinig belasting over uw inkomen.
U hebt meer dan 6 maanden een fiscale partner die voldoende belasting betaalt.

De inkomens tussen de € 11.000,00 en € 37.000,00 hebben het meeste voordeel

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

Verhoging van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) tot maximaal € 2.534,00

De IACK wordt afgeschaft voor nieuwe gevallen na 2024. Kinderen die geboren zijn in 2025 tellen namelijk niet meer mee voor de IACK. Vanaf 2037 wordt de IACK geheel afgeschaft (kinderopvang wordt daarentegen vrijwel gratis)

Verhoging van de ouderenkorting van € 1.726,00 naar € 1.835,00

Verhoging van de alleenstaande ouderenkorting van € 449,00 naar € 478,00

Vennootschapsbelasting

In 2022 was de eerste tariefschijf van de vennootschapsbelasting verhoogd naar een jaarwinst van € 395.000,00. Het tarief was 15%.

Vanaf 2023 wordt deze verhoging weer teruggedraaid en gaat de tariefgrens naar een jaarwinst van € 200.00,00.

Het tarief wordt in 2023 verhoogd met 4% en gaat naar 19%

Het tarief in de tweede schijf (boven € 200.000,00) blijft 25,8%

Overdrachtsbelasting

Koopt u een woning die voor u als hoofdverblijf gebruikt gaat worden, dan betaalt u 2% overdrachtsbelasting.

Voor starters onder de 35 jaar geldt dat ze geen overdrachtsbelasting hoeven te betalen bij aankoop van hun woning.

Koopt u een woning die u niet als hoofdverblijf gaat gebruiken (bv verhuur, tweede woning of vakantiewoning of u koopt een woning voor uw kind) dan betaalt u vanaf  2023 10,4%  (was 8%) overdrachtsbelasting.

 

Deze nieuwsbrief is met grote zorg samengesteld.
Ook nadat u deze nieuwsbrief ontvangen heeft kan het kabinet nog wijzigingen doorvoeren.
Houd hier rekening mee.