Belastingplan 2021 – fiscale tips

1 Inkomstenbelasting

 

Box 1 Tweeschijvenstelsel

Tarief van de eerste schijf  (tot € 68.507)met 0.25% verlaagd van 37,35% (2020) naar 37.10% in 2021. Het tarief van de tweede schijf blijft 49,5%.
Voor AOW’ers is het tarief in de eerste schijf, tot € 35.129 19,20% (geboren voor 1946 dan loopt de eerste schijf tot € 35.941)

Tip! 
Kijk of u aftrekposten in 1 jaar kunt onderbrengen bv giften en of studiekosten
Heffingskortingen gaan met uitzondering van de inkomsensafhankelijke combinatiekorting omhoog.

Korting 2021 2020
 
Algemene heffingskorting 2837 2711
Algemene heffingskorting (AOW) 1469 1413
Arbeidskorting 4205 3819
Arbeidskorting (AOW) 2191 1989
Inkomensafhankelijke  combinatiekorting 2815 2881
Ouderenkorting 1703 1622
Alleenstaande ouderenkorting 443 436

 

 

 

 

 

 

Box 2 aanmerkelijk belang

Tarief stijgt naar 26,9% (26,25% 2020) en geldt voor voordelen uit aanmerkelijk belang, zoals het uitkeren van dividend van de bv aan de aandeelhouder (dga), over de winst bij verkoop van de aandelen. Let op! Als er gebruik is gemaakt van corona steunmaatregelen dan mag in bepaalde gevallen geen dividend uitgekeerd worden Tip! Dividenduitkering nog in 2020 doen kan voordelig zijn.

Tip!
Dividenduitkering nog in 2020 doen kan voordelig zijn.

 

Box 3, aanpassing tarief

Om kleinere spaarders en beleggers tegemoet te komen is voorgesteld om de vermogensrendementsheffing in box 3 aan te passen.  De systematiek wijzigt niet. Er blijven 3 schijven. Wel wordt het heffingsvrije vermogen verhoogd van € 30.846 (2020) naar € 50.000 (2021) per persoon. Het tarief wordt verhoogd van 30% (2020) naar 31% (2021).

De verhoging van het belastingvrije vermogen is niet van invloed op de toeslagen, hiervoor blijft de vermogensgrens gelijk aan 2020 nl. € 31.430.

Tip! 
Vermogen onderbrengen in Spaar BV loont al vanaf € 250.000

Op dit moment wordt een extern onderzoek voorbereid naar praktische mogelijkheden voor een heffing die aansluit bij het werkelijke rendement van vermogensbestanddelen. Het kabinet streeft ernaar de resultaten in het voorjaar van 2021 gereed te hebben.

 

2 Vennootschapsbelasting

 

Aanpassing tarief vennootschapsbelasting. 

Per 1 januari 2020 was het lage vennootschapsbelastingtarief verlaagd van 19% naar 16,5%, het hoge tarief is met 25% hetzelfde gebleven. In 2021 zouden de tarieven verder verlaagd worden naar 15% respectievelijk 21,7%.  Er is echter belsloten om af te zien van de verlaging van het hoge tarief (blijft 25%), het lage tarief gaat wel omlaag naar 15%. De tariefschijven worden aangepast.

Vennootschapsbelasting      
  2020 2021 2022
       
Winst

16,5% tot
€ 200.000,-

15,0% tot
€ 245.000,-

15,0% tot
€ 395.000,-

       
Boven de genoemde grenzen 25.0% 25.0% 25.0%

 

 

 

 

Tip!
De winsten over meerdere B.V.’s verdelen en/of de fiscale eenheid voor de VPB op heffen.

 

Innovatiebox

Onder bepaalde voorwaarden worden innovatieactiviteiten momenteel belast tegen 7 % in de vennootschapsbelasting. Dit tarief stijgt in 2021 naar 9%. De  innovatiebox is ingevoerd om innovatief onderzoek door ondernemers fiscaal te stimuleren. Toegang tot de innovatiebox is mogelijk middels S&O-verklaringen die kunnen worden aangevraagd voor speur- en ontwikkelingswerk bij RVO.nl.

Tip! 
Zoveel mogelijk realiseren/onderbrengen in 2020

 

3 Onroerend goed

 

Onroerend goed en de eigen woning.

De versnelde verlaging van de hypotheekrenteaftrek gaat gestaag door en de wijzigingen in de overdrachtsbelasting zullen naar verwachting veel impact hebben. 

Versnelde afbouw hypotheekrenteaftrek eigen woning.

Sinds 2014 wordt het fiscale voordeel geleidelijk verlaagd. In 2020 kan de hypotheekrente nog tegen 46% worden afgetrokken. In 2021 is het maximale tarief 43%. In 2022 40%  en vanaf 2023 tegen maximaal 37,07% (percentage van de eerste schijf in de inkomstenbelasting).

Let op! Voor de bijtelling van het eigenwoningforfait geldt deze tariefverlaging niet, hiervoor geldt het maximaal tarief van 49,5%. 
Het eigenwoningforfait wordt lager. Voor woningen met een WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.110.000 daalt het percentage van 0,6%  naar 0,5%

Let op!  Indien u gebruik maakt van de uitzendregeling gelden (andere) voorwaarden.

Voor de starter op de woningmarkt geldt een tijdelijke (in ieder geval tot 2026) verlaging tot 0% indien de starter aan onderstaande voorwaarden voldoet:

  • de koper is tussen de 18 en 35 jaar
  • de koper gaat zelf in de gekochte woning wonen en de woning wordt het hoofdverblijf
  • en de vrijstelling is niet eerder gebruikt
  • geldt alleen voor woningen met een waarde van maximaal € 400.000,00

Let op! Koop je een woning die duurder is dan € 400.000,00 dan betaal je 2% overdrachtsbelasting

Tip!
Betaal hypotheekrente vooruit

 

Overdrachtsbelasting

Momenteel is het tarief van de overdrachtsbelasting op niet-woningen, zoals bedrijfsgebouwen en bedrijfsruimten 6%. Het tarief zou met ingang van 1 januari 2021 verhoogd  worden naar 7%. Deze wijziging gaat niet door.
Vanaf 2021 wordt het algemene tarief verhoogd naar 8%. Het algemene tarief  geldt voor de koop van niet-woningen, zoals bedrijfspanden maar ook bij het kopen van een woning die u niet als hoofdverblijf gebruikt, zoals verhuurde woningen en vakantiewoningen.
Overdrachtsbelasting  voor eigen woningen. Het tarief blijft 2%.
Voor de starter op de woningmarkt geldt een tijdelijke (in ieder geval tot 2026) verlaging tot 0% indien de starter aan onderstaande voorwaarden voldoet:
 

  • de koper is tussen de 18 en 35 jaar
  • de koper gaat zelf in de gekochte woning wonen en de woning wordt het hoofdverblijf
  • en de vrijstelling is niet eerder gebruikt

De koper moet schriftelijk verklaren dat aan die voorwaarden is voldaan. De notaris heeft deze verklaring nodig voor de aangifte overdrachtsbelasting. Als een stel samen een huis koopt, bijvoorbeeld ieder voor de helft, dient per koper te worden beoordeeld of gebruik kan worden gemaakt van de vrijstelling.

Tip!
Ben je tussen de 18 en 35 jaar oud en ben je voornemens om ene woning te kopen, wacht dan tot  1 januari 2021 met de overdracht.

Tip!
Plan de aankoop of verkoop van een bedrijfspand nog in 2020.

 

4 Ondernemers en ondernemingen

 

Zelfstandigenaftrek

De zelfstandigen aftrek wordt geleidelijk verlaagd. In 2021 bedraagt deze € 6.670 (2020 € 7.030) De aftrek gaat in zeven stappen van € 360 en een stap van € 390 en acht stappen van €110 zodat hij in 2036 uiteindelijk € 3.240 is.

Tip!
De IB onderneming onderbrengen in een BV

 

Werkkostenregeling.

Per 1 januari 2020 is bij de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) sprake van een twee schijvenstelstel:

Tot een loonsom van € 400.000 is de vrije ruimte 1,7% (in 2020 is dit tijdelijk verhoogd tot 3%)
Vanaf € 400.001 is de vrije ruimte 1,2%.

Vanaf 2021 wordt het percentage van 1,2% verlaagd naar 1,18% (loonsom vanaf € 400.001)
Het tarief in de eerste schijf blijft 1,7%.

Komen de vergoedingen en verstrekkingen uit boven de vrije ruimte, dan is een eindheffing van 80% verschuldigd.

Tip!
Haal vergoedingen en verstrekkingen naar voren.

 

Verliesverrekening vennootschapsbelasting

Op dit moment kan een verlies een jaar achterwaarts en zes jaar voorwaarts verrekend worden. Vanaf 2022 is het voornemen (wetsvoorstel moet nog ingediend worden) dat verliezen onbeperkt voorwaarts verrekenbaar zijn.

Tip!
Laat verliezen niet verdampen

 

Gerichte vrijstelling voor omscholing

De gerichte vrijstelling voor scholing gaat vanaf 2021 ook gelden bij vergoedingen en verstrekkingen ten behoeve van scholing die voortvloeit uit vroegere arbeid.

Dit betekent dat werkgevers vanaf 2021 scholingskosten van ex-werknemers onbelast kunnen vergoeden. Nu worden de scholingskosten gezien als loon uit vroegere dienstbetrekking en moet de werkgever hierover loonheffing afdragen. Deze verruiming geldt voor vergoedingen en vestrekkingen voor het volgen van een opleiding of studie met het oog op het genereren van inkomen.

Tip! 
De kosten voor omscholing doorschuiven naar 2021 kan door de vrijstelling  voordeel opleveren.

 

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. (KIA)

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is bedoeld om investeringen van relatief geringe omvang te bevorderen. De hoogte van de aftrek is afhankelijk van het geïnvesteerd bedrag.
De Kia is niet altijd ene percentage van bij sommige investeringsbedragen een vast maximumbedrag.   Vooral bij samenwerkingsverbanden (vof of maatschap) en meerdere ondernemingen,  was de berekening niet altijd duidelijk. De hoge Raad moet uiteindelijk uitspraak doen.
Gezien de complexiteit van de berekening gaan we hier nu niet verder op in, maar wij maken graag een afspraak met u om dit verder toe te lichten.
Investeringen in uw onderneming of ondernemingen kan gevolgen hebben voor de omvang van de investeringsaftrek. Hierdoor kan het lonen om investeringen naar voren te halen of juist uit te stellen. Plan uw investeringen daarom goed en laat u adviseren.

Tip!
Optimaliseer uw investeringsaftrek. Het kan lonen om investeringen naar voren te halen of juist uit te stellen.

 

Baangerelateerde investeringskorting. (BIK)

Vanaf 2021 wordt het aantrekkelijker om te investeren door middel van een baangerelateerde investeringskorting. Een percentage van de investering mogen dan in mindering gebracht worden op de af te dragen loonbelasting / premie volksverzekeringen. Verder details volgen.

Tip!
Investeren kan gevolgen hebben voor de omvang van de investeringsaftrek. Hierdoor kan het lonen om investeringen naar voren te halen of juist uit te stellen.

 

5 Vervoer en verduurzaming

 

Hogere bijtelling voor elektrische auto

De bijtelling voor het privégebruik van de elektrische auto gaat stapsgewijs verhoogd worden. Per 1 januari 202 bedraagt de bijtelling 12% (2020: 8%) over een maximale waarde van € 40.000 (2020: € 45.000). Is de cataloguswaarde van de auto hoger dan € 40.000 dan is de bijtelling hierover 22%.

Tip!
Voornemens om een elektrische auto aan te schaffen? Zorg ervoor dat de eerste tenaamstelling van de auto nog in 2020 plaatsvindt. Daarmee stelt u de lagere bijtelling voor 5 jaar veilig.

 

Belastbaar feit bpm vervroegd naar moment van inschrijving

Het belangrijkste belastbare feit voor de belastingen van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) is op dit moment de registratie in het kentekenregister. Deze registratie omvat zowel de inschrijving als de tenaamstelling. Nu is de hoofdregel dat u de aangifte bpm en de betaling moet doen voordat het motorrijtuig  is ingeschreven in het kentekenregister. Voor de hoogte van de verschuldigde bpm is de staat van het motorrijtuig ten tijde van de tenaamstelling echter bepalend.

Het voorstel is om de heffing te vereenvoudigen en  voortaan het belastbaar feit op een moment plaats te laten vinden. Het moment van inschrijving van het motorrijtuig in het kentekenregister. Daarnaast moet dit voorstel leiden tot een gelijke fiscale behandeling tussen binnenlandse handel en importhandel.

 

CO2-grenzen, schijftarieven en dieseltoeslag in bpm aangescherpt

Verlenging verlaagd tarief openbare laadpalen

Invoering CO2-heffing industrie

Verhoging ODE-tarieven

 

6 Coronasteunmaatregelen

 

De vergoedingen Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) en de Tegemoetkoming Vaste lasten (TVL) 

Deze regelingen behoren niet tot de winst.

 

Fiscale behandeling Subsidieregeling bonus zorgprofessionals

Zorginstellingen kunnen een belastingvrije bonus geven van € 1.000 voor werknemers en niet-werknemers (zoals zzp’ers en extern ingehuurd schoonmaakpersoneel). De bonus leidt niet tot lagere toeslagen voor de werknemer.

 

Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (TOFA)

Deze regeling wordt in een wet vastgelegd. De flexwerkers konden onder voorwaarden een tegemoetkoming aanvragen van € 550 per maand voor de maandenmaart, april en mei 2020.
De TOFA is een eenmalige bruto tegemoetkoming en geldt als belast loon en vormt inkomen voor de toeslagen.

 

Tijdelijke verruiming van de werkkostenregeling in 2020

Voor uitleg zie hierboven

 

Coronareserve

Deze reserve geldt alleen voor vpb-plichtige ondernemingen ( bijvoorbeeld een BV).
Verwacht u in 2020 een verlies maar in 2019 nog winst?
Dan is het mogelijk om in de aangifte vennootschapsbelasting 2019 een fiscale reserve op te nemen.
U kunt daarmee het te verwachten verlies over 2020 al verrekenen met de winst over 2019, waardoor u minder belasting betaalt. Voorwaarde is wel dat het verlies over 2020 verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis. En de reserve kan niet hoger zijn dan de winst over 2019. De reserve valt verplicht vrij in 2020.

 

7 Overige maatregelen

 

Menselijker systeem voor toeslagen Belastingdienst

Levensloopregeling

Eenmalige huurverlaging voor huurders met een laag inkomen

Contante giften niet meer aftrekbaar

Excessief lenen